Herken je jezelf in dit soort aarzelende uitspraken? Door dit subassertief gedrag van jezelf, riskeer je een burn-out, heb je in elk geval regelmatig stress en blijven je relaties maar oppervlakkig. Jammer, want er is een oplossing voor subassertievelingen.
“Jeetje, waarom krijg ik nu weer die stapel werk van anderen op vrijdag op me afgeschoven?”
Een voorbeeld van wat er zich in het hoofd van een subassertieveling afspeelt, terwijl hij beleefd knikt en het werk in ontvangst neemt.
Het is een tweestrijd tussen intern en extern, door een gebrek aan zelfvertrouwen en een (vaak onbewust) gevoel van ‘minderwaardig zijn’ aan de ander. Plus een gebrek aan de vaardigheden om te zeggen dat je het er niet mee eens bent. Subassertief gedrag is voer voor een burn out.
Dit soort subassertief gedrag komt uiteraard in allerlei vormen voor, maar het zal altijd ongeveer hier op neer komen. En bij de een is dat wat extremer dan bij de ander, maar problematisch is subassertief gedrag altijd.
Dat zul je beter begrijpen, zodra je begrijpt wat precies subassertief gedrag is.
Subassertief gedrag, de definitie
Als je subassertief bent (het woordje ‘sub’ zegt het eigenlijk al) dan stel je jezelf onder een ander op. Je vindt een ander zijn mening belangrijker dan die van jezelf. Je bent zelfs onderdanig in je benadering van sociale situaties, wat terug te zien is in je houding en communicatie – die vaak aarzelend en onzeker is.
Het is makkelijk te herkennen als je vaak woorden of uitspraken gebruikt als:
“sorry” / “misschien” / “eh…” / “weet ik niet” / “kies jij maar” / “nee, geen probleem hoor” / “wat denk jij?” / “ga jij maar voor” / “ik pas me aan” / etc.
Allemaal uitingen van je subassertief gedrag, onzekerheid, verlegenheid en je passieve neiging om conflicten te vermijden. En dat terwijl er bij jou intern wel degelijk allerlei conflicten aan de gang zijn.
Terwijl bovenstaande uitspraken uit je mond komen, speelt zich dit in je hoofd af:
-
“Straks wordt hij/zij boos als ik hier iets van zeg”
-
“Ik wacht wel tot een ander er wat van zegt”
-
“Ik weet niet of ik dit wel oké vindt”
-
“Dit is eigenlijk te veel, maar ik doe het maar gewoon”
-
“Ach, die ene persoon kan ook nog wel voor me in de rij”
-
“Ik zal maar ‘sorry’ zeggen, dan krijg ik geen gedoe”
-
“Hij/zij zal het wel (beter) weten”
-
“Aah! Ik kan er niet meer tegen – ik ga er straks echt iets van zeggen”
Wat subassertief gedrag dus betekent, in de praktijk
Dat wat je zegt en wat je denkt niet overeen komen, omdat je je onderdanig opstelt en je conflicten wil vermijden: je zegt niet wat je denkt. De interne en externe communicatie van een subassertief persoon is daardoor totaal uit balans. En dat leidt tot interne spanningen, stress en zelfs burn-out bij jezelf. Slechte, oppervlakkige en verstoorde relaties met anderen zijn een extra bonus.
Dr. Wilmar Schaufeli, hoogleraar Arbeids- en Organisatiepsychologie aan de Universiteit Utrecht, onderzocht subassertief gedrag op wetenschappelijk niveau en vond die link:
“Mensen met een burn-out blijken vaker subassertieve mensen te zijn. Ze zijn over het algemeen gevoeliger voor hun omgeving en geven minder snel hun grenzen aan. En ervaren daardoor dus meer negatieve dan positieve effecten van hun werk.”
Dezelfde professor Schaufeli bewees ook dat subassertieve mensen over het algemeen ook nog eens laag scoren op vitaliteit en ijverigheid – tegenover assertieve mensen die hier hoog op scoren.
Als je niet goed communiceert, als wat je zegt en wat je denkt dus niet overeenkomen, dan krijg je dit – volgens Schaufeli: burn-out, sociaal terugtrekken en steeds minder betrokkenheid bij je werk.
Dat Schaufeli het hier uitsluitend over subassertief gedrag op het werk heeft, is trouwens geen toeval. Subassertieve mensen zijn dat vaak in formele situaties wél, terwijl ze dat thuis in hun bekende informele omgeving niet per sé zijn. Daar zit hem juist die disbalans. Je bent als subassertieveling niet overal één en dezelfde persoon. Heel ongezond.
Op het werk zeg je: “Ja, geen probleem. Ik neem die taak wel van je over.” Zodra je thuiskomt zeg je tegen je partner: “Nou zeg! Heeft Chris die hele stapel werk alweer op mij afgeschoven. Wat een flapdrol.”
Niet wat je wil. Niet wat je partner wil. Niet wat je werkgever wil. En zeker ook niet wat Chris wil.
Veel beter is het om je communicatie zo goed mogelijk overeen te laten komen met je werkelijke gevoelens. Zo blijf je altijd dicht bij jezelf, voorkom je onnodige stress en verbeter je de relaties met de mensen om je heen. En dat kun je best doen zonder conflict, hoor. De mensen om je heen willen namelijk ook gewoon duidelijkheid en grenzen aangegeven krijgen en de krachtige persoon die je eigenlijk bent tevoorschijn zien komen.
De manier om daar te komen – die persoon te zijn die helder communiceert, zijn grenzen aangeeft, ‘nee’ zegt als hij ‘nee’ denkt en dat conflictloos doet – is assertiever worden.
Wat je wél wil: assertiviteit
Hier boven zag je eigenlijk al meteen het belangrijkste deel van de definitie van ‘assertief zijn’. Nog een paar goede voorbeelden ervan zijn:
- Jezelf blijven;
- staan waar je voor staat;
- open zijn, eerlijk zijn, zeggen wat je denkt;
- niet onnodig vaak ‘sorry’ zeggen;
- complimenten geven en ontvangen;
- grenzen aangeven;
- ongeremd feedback geven;
- jezelf gelijkstellen met de mensen om je heen, win-win situaties creëren;
- kordate beslissingen nemen;
- verantwoordelijkheden nemen;
- en duidelijk aangeven wat jij wil (en wat je niet wil).
Daar help je iedereen verder mee, inclusief de belangrijkste persoon: jezelf. Heel ironisch; je lost het conflict in jezelf op door bij de mensen om je heen conflicten niet meer uit de weg te gaan. Dat is assertiviteit ten opzichte van subassertiviteit.
Iets voor jou? Probeer dan een assertiviteitstraining in 1 dag en merk zelf hoe dat het verschil maakt in je dagelijks leven en vooral ook op je werk (als je last hebt van subassertief gedrag). En geloof me, dat máákt het.